Virtual Reality. Het spreekt enorm tot de verbeelding. Met VR kun je je klaarwakker bewegen in elke droomwereld. Aanschuiven bij een familie wilde gorilla’s bijvoorbeeld, of rondlopen door de gangen van de Death Star. Maar niet alleen gekkigheid, het kan ook heel nuttig worden ingezet. Bijvoorbeeld om de zorg te verbeteren. Alles wijst erop dat 2016 wel eens het jaar kan worden dat Virtual Reality zijn grote doorbraak maakt. Wij volgen de ontwikkelingen op de voet. Deze blog trapt een serie artikelen af waarin we VR eens goed onder de loep nemen. Om te beginnen kijken we naar wat Virtual Reality nu precies is en waarom we er juist dit jaar zoveel van mogen verwachten.
Wat is Virtual Reality?
Virtual Reality draait om het voeden van valse informatie aan je zintuigen. Met een malle bril en dikke koptelefoon wordt je afgesloten van de echte wereld. Vervolgens krijgen je zintuigen een niet-bestaande werkelijkheid voorgeschoteld. Het is niet mogelijk om door de bril heen te kijken. In plaats van glazen zitten er namelijk beeldschermen in. Deze projecteren de virtuele wereld op je netvlies. Deze nepwereld kan zijn opgemaakt uit camerabeelden of uit computeranimatie. Omdat je bewegingen worden gevolgd kun je in de virtuele wereld om je heen kijken of er zelfs in rondlopen. De beelden in de bril bewegen mee met wat je doet, waardoor het allemaal nét echt lijkt. En hoe zit het dan met de andere zintuigen? Die moeten nog even wachten. De oplossingen die dit jaar op de markt komen richten zich puur op zicht en gehoor. Maar geur en tast zouden best wel eens de volgende stap kunnen zijn.
En wat is Augmented Reality?
Met het risico af te dwalen behandel ik ook nog even kort ‘Augmented Reality’. Dit is een mix van de echte wereld en toegevoegde, virtuele content. Kijk je sport op televisie dan ken je het vast wel. Van het schaatsen bijvoorbeeld, waar een virtuele lijn over het ijs beweegt die de snelste tijd aangeeft. Of van het voetbal. Als er een vrije trap genomen wordt verschijnt er een pijl in beeld die de afstand tot het doel meet. En langs het veld staan van die virtuele reclameborden. Het valt eigenlijk pas op dat ze niet echt zijn wanneer er ineens een voetballer dwars doorheen loopt.
Maar Augmented Reality kan veel spannender. U kent bijvoorbeeld vast Google Glass nog wel, die veelbesproken bril van Google. Glass projecteert informatie in je gezichtsveld. Een berichtje bijvoorbeeld. Maar dankzij een ingebouwde camera en een Internetverbinding kan het ding veel meer. Kijk je bijvoorbeeld naar een gebouw dan kan Google Glass er informatie bij tonen uit Wikipedia. En ook in de zorg kun je met Google Glass mooie dingen. Een arts zou de bril bijvoorbeeld automatisch een patiëntdossier kunnen laten weergeven. Een chirurg kan tijdens een operatie de hartslag van de patiënt in de gaten houden zonder dat hij hoeft op te kijken naar een patiëntmonitor. Of hij kan in de bril geprojecteerd krijgen waar hij zijn incisies moet maken.
Waarom is Virtual Reality ineens een ding?
Virtual Reality bestaat al een tijdje. In de jaren 90 waren er al commerciële ‘virtual reality playgrounds’ en had Nintendo zelfs een (primitieve) VR-spelcomputer. Toch kon het destijds een korte hype niet ontstijgen. De playgrounds verdwenen al weer snel uit het straatbeeld en Nintendo’s Virtual Boy was een grote flop. De reden is dat de techniek er simpelweg nog niet klaar voor was. De sleutel is namelijk dat de ervaring echt genoeg moet zijn om je hersenen effectief te bedriegen. Is dit niet het geval? Dan eindigt je VR-ervaring met een teleurgesteld gevoel en, met een beetje pech, een flinke misselijkheid. De meeste mensen zullen dan denken ‘dat was eens maar nooit weer’.
Nu we twintig jaar verder zijn is Virtual Reality begonnen aan een wederopstanding. Aan de wieg van deze opleving staat Palmer Luckey. Deze Amerikaan realiseerde zich dat de technologie op dat kantelpunt was gekomen waar een echt goede VR-ervaring betaalbaar wordt voor consumenten. Op zijn zolderkamer ontwikkelde hij daarom zijn eigen VR-bril: de Oculus Rift. Via crowdfunding haalde hij vervolgens maar liefst 2,4 miljoen dollar op om zijn bril in productie te brengen! Met deze succesvolle fondsenwerving was ook direct de vraag uit de markt aangetoond.
Vervolgens raakte alles in een stroomversnelling. Oculus Rift is gekocht door Facebook en heeft inmiddels 400 man aan de bril werken (vermoedelijk niet allemaal op die ene zolderkamer). In maart komt de eerste consumentenversie uit. En ook de concurrentie zit niet stil. In april volgt HTC met de HTC Vive en Sony bereidt de lancering van PlayStation VR voor. En dan zijn er nog Google, Apple en Microsoft die ook met Virtual (of Augmented) Reality bezig zijn. Kortom, aan financiële en technologische armslag geen gebrek.
Waarom moet de zorg voor Virtual Reality warmlopen?
De golf van Virtual Reality die we dit jaar over ons heen krijgen wordt vooral gestuwd door de markt voor computerspellen. Het laat zich raden waarom VR onder gamers zo populair is. Je bevindt je midden in het spel en dat maakt de ervaring een stuk intenser. Maar met dezelfde technologie is er zoveel meer mogelijk, zeker ook voor de zorg. Pijnbestrijding, exposuretherapie, educatie en telepresence zijn maar enkele voorbeelden van hoe Virtual Reality de zorg kan verrijken. Maar daarover meer in een volgend blog.