We schreven op ons blog al eens over de onvermijdelijke opkomst van de zorgrobots. Maar wist u dat wij ook een eigen zorgrobot hebben? Maak kennis met Henk. Hij is een prototype robot die kinderen met autisme helpt bij het ontwikkelen van hun sociale vaardigheden. Met zijn vele gelaatsuitdrukkingen kan Henk worden ingezet als hulpmiddel om kinderen emoties te laten herkennen en ze te leren hoe ze hiermee kunnen omgaan. In het kader van de autismeweek hebben we een interview gemaakt met Niels de Jong, één van Henk’s ontwikkelaars. Niels doet bij Formex Medical aanvullend onderzoek om te bepalen hoe Henk kinderen met autisme het beste kan helpen in hun ontwikkeling. Aan de vaderlijke hand van Niels hoopt Henk te kunnen uitgroeien van een beloftevol prototype tot een volwaardige zorgrobot!
Kun je aan de mensen die Henk nog niet kennen vertellen wie hij is?
Natuurlijk. Henk is een robotje dat kinderen met autisme kan helpen om hun sociale vaardigheden te oefenen. Het is de bedoeling dat leerkrachten in het sociaal onderwijs Henk kunnen inzetten als hulpmiddel bij lessen sociale vaardigheden. Kinderen met autisme hebben wat meer moeite met het lezen van emoties en het vinden van een passende reactie. Henk kan verschillende basisemoties zoals angst, vrolijkheid en boosheid uiten door een passend gezicht te te trekken. Door met Henk te oefenen leren kinderen gevoelens beter te begrijpen en te uiten. Zo komen ze uiteindelijk beter in hun vel te zitten.
Je hebt het over ‘basisemoties’, zijn er ook gezichten die Henk niet kan trekken?
Ja, Henk beheerst de basisemoties maar daar tussen liggen nog tal van subtielere emoties. Denk aan bijvoorbeeld argwaan of jaloezie. Hoe mensen deze tonen ligt vaak een beetje tussen twee basisemoties in. Die ‘tussenemoties’ zijn sowieso al lastiger te lezen, niet alleen voor kinderen met autisme. We hebben ons hier dan in eerste instantie ook niet op gefocust. We zouden er eventueel wel iets mee kunnen door ze te plaatsen in een context, bijvoorbeeld door er een verhaal aan te koppelen.
Hoe is het idee voor Henk geboren?
Als een opdracht aan de Hogeschool Rotterdam. Voor onze minor Zorgtechnologie kregen we de taak: “zoek een geschikte nieuwe toepassing voor een zorgrobot”. Bij het brainstormen kwamen we tot de conclusie dat er al veel handige robots voor de ouderenzorg zijn maar nog maar weinig echt toepasbare oplossingen voor kinderen. De zorgrobots die er wel voor kinderen zijn zijn vaak erg duur en geavanceerd. Een goed betaalbare robot is er niet.
Vervolgens hebben we iemand in het speciaal onderwijs gevraagd wat een robot volgens hem zou moeten kunnen. Daar zagen ze het liefst een robot komen die hun al het papierwerk uit handen kwam nemen! Zo’n robot willen we allemaal wel denk ik, maar dat was toch wat lastig en ook niet helemaal in lijn met de opdracht. Hun tweede wens was een robot die kan helpen bij het ontwikkelen van sociale vaardigheden. Omdat er te weinig tijd is en de klassen steeds groter worden kunnen ze op dat gebied wel een helpende hand gebruiken. Met dat idee zijn we aan de slag gegaan, met Henk als resultaat.
Hoe ga je van een goed idee naar een werkende robot?
Het was een écht Rotterdams project, dus geen woorden maar daden, de handen uit de mouwen steken en zo snel mogelijk tot een werkend prototype komen. Dat wil overigens niet zeggen dat geen vooronderzoek hebben gedaan. We hebben kinderen en docenten uit het speciaal onderwijs bij de vormgeving en ontwikkeling betrokken en ons ingelezen in de bestaande literatuur.
Om te beginnen hebben we veel onderzoek gedaan naar hoe de robot eruit zou moeten zien. Het is belangrijk dat de kinderen zich bij de robot op hun gemak voelen. Dat vertaalt zich in keuzes voor onder andere kleur, vorm en materiaal. We wilden Henk niet op een mens te laten lijken, maar hebben gekozen voor een tekenfilmachtig fantasiewezen dat tot de verbeelding van kinderen spreekt. Dat was heel bewust. Hoe menselijker een robot oogt, hoe onprettiger mensen zich erbij voelen. Dit is omdat je constant het gevoel hebt dat er iets niet helemaal klopt (het ‘uncanny valley’-effect).
Uiteindelijk is Henk klein, blauw, rond en donzig geworden. De zachte vacht is bewust gekozen voor de aaibaarheidsfactor. De blauwe kleur omdat het rust en onschuld uitstraalt. De ronde vorm omdat het een ‘onmenselijke’ vorm is, maar ook om de kwetsbaarheid te verminderen. Armen en benen die je niet hebt kunnen ook niet afbreken.
Ik heb begrepen dat Henk al op een school is getest. Hoe reageerden de kinderen met autisme op hem?
Het eerste prototype hebben we voorgelegd aan de kinderraad van De Piloot, een school voor speciaal onderwijs in Rotterdam. In de kinderraad zitten ook kinderen met autisme. Dit zijn al wat oudere, verder gevorderde kinderen die goed kunnen reflecteren op hun eigen ontwikkeling. Zij gaven aan zeker de waarde van een robot als Henk te zien. Sociale vaardigheden oefenen met een echt persoon is voor kinderen met autisme een grotere drempel dan oefenen met een robot. Henk zagen ze daarom als een mooie tussenstap. Zo vonden hem grappig en zachtaardig overkomen en konden eigenlijk niet wachten om hem in de klas in actie te zien.
Vanuit diezelfde kinderraad is trouwens ook de naam Henk gekomen. Henk is een afkorting voor ‘Hulpmiddel Emotie Nabootsende Knuffel’. Daarnaast noemen we hem ook wel ‘Henk the HeRo’. HeRo omdat dit staat voor Healthcare Robot, maar ook omdat Henk gewoon een held is dat hij zich inzet voor kinderen met autisme.
Heeft Henk ook voor de klas mogen staan?
Ja, we hebben met Henk twee lessen sociale vaardigheden gegeven aan groep 3. In zo’n les behandelen we verschillende emoties en dat doen we met een achtergrondverhaal. Henk komt uit de ruimte en wordt opgevangen in de klas, die de taak krijgt om het eerste contact met hem te leggen. Henk heeft geen ervaring in het communiceren met mensen en heeft dus (net als veel van de kinderen) te kampen met een bepaalde sociale onhandigheid. Hij weet ook niet zo goed hoe het allemaal werkt. De kinderen krijgen zo niet alleen het gevoel dat ze iets van Henk kunnen leren, maar ook dat zij hem iets kunnen leren.
Als Henk de klas binnenkomt is hij bang, want alles is nieuw en overweldigend voor hem. Dan vragen we aan de kinderen wat ze kunnen doen om Henk een beetje op zijn gemak te stellen. De kinderen stellen zich dan netjes aan Henk voor, waarna hij zich al wat meer op zijn gemak gaat voelen. Vervolgens behandelen we ook andere emoties. Wat kun je bijvoorbeeld doen wanneer je ziet dat iemand boos of verdrietig is?
De reacties op de lessen waren heel positief. Het was de docent sociale vaardigheden opgevallen dat de kinderen die normaal heel gesloten waren nu veel actiever en geconcentreerder aan de les deelnamen. Dat is natuurlijk geweldig om te horen en precies het resultaat waar we op hoopten.
Heb je uit deze lessen ook nog verbeterpunten kunnen halen?
Ja, zeker wel. Zo kregen we de tip dat het niet altijd handig is als Henk geluiden maakt. Soms wel, want geluiden kunnen ondersteunend zijn aan de emoties die hij uitbeeldt (we zouden Henk bijvoorbeeld kunnen laten spinnen als een kat wanneer hij tevreden is). Maar wanneer Henk niet voor de hele groep staat maar wordt ingezet voor een individuele sessie dan kunnen de geluiden die Henk maakt andere kinderen in de klas afleiden. Het is daarom misschien een goed idee om Henk te voorzien van een ‘stille modus’, die kan worden in- en uitgeschakeld.
Welke ideeën heb je overboord moeten gooien omdat ze niet bleken te werken?
Toen we begonnen zag Henk er nog heel anders uit, meer als een soort hond met een snuit. We liepen er echter al snel tegenaan dat het heel lastig was om de mond realistisch mee te laten bewegen met de rest van het gezicht. En als het nét niet helemaal klopt dan krijg je ook een emotie die niet helemaal juist aanvoelt. We kwamen daarom tot de conclusie dat de een mond meer in de weg stond dan dat het iets toevoegde. Dat idee hebben we dus geschrapt. Net als de staart trouwens, die had Henk in eerste instantie ook maar daarvoor gold eigenlijk wel een beetje hetzelfde. Het was technisch lastig en de meerwaarde was vrij beperkt. Bovendien wilden we Henk zo ‘child proof’ mogelijk maken en zo’n staart is bij uitstek een kwetsbaar onderdeel.
In welke fase zit je nu, wat is de volgende stap voor Henk?
Er zijn eigenlijk verschillende stappen die ik nu met Henk wil gaan maken. Om te beginnen wil ik meer praktijkonderzoek gaan doen, om breder te kunnen vaststellen hoe Henk van waarde kan zijn. De eerste ervaringen zijn mooi en veelbelovend, maar elk kind en elke groep is toch weer anders. Elke praktijktest levert weer veel nieuwe, bruikbare informatie op.
Daarnaast valt er nog genoeg aan Henk zelf te verbeteren. Robotica is best hightech, maar voor het prototype hebben we juist bewust gekozen voor goedkope onderdelen die snel voor handen waren. Om de bewegingen aan te sturen zitten er bijvoorbeeld hele goedkope motoren in. Die zijn onbetrouwbaar en raken snel overhit. Goed genoeg voor een prototype, maar niet bruikbaar in een eindproduct. De besturing kan ook nog beter. Nu moeten we Henk nog bedienen vanaf een laptop, maar het zou veel handiger zijn als dit kon via een afstandsbediening of mobiele app.
Nog een laatste vraag. Stel: alles kan en geld speelt geen rol. Welke extra superkrachten zou je Henk the HeRo dan willen geven?
Ha, het zou mooi zijn als hij net als Pinokkio echt tot leven kwam. Maar goed, dat kan natuurlijk niet. Wat een leuke toevoeging zou kunnen zijn is om Henk wat meer zelfstandig te laten opereren. Met een ingebouwde camera zou hij bijvoorbeeld automatisch emoties kunnen herkennen en daar zelf op inspelen. Maar we willen Henk ook graag eenvoudig en betaalbaar houden. Hoe meer onderdelen en functionaliteiten, hoe duurder Henk wordt en hoe meer er aan hem stuk kan gaan.
Een ander idee waar ik nog mee speel is om twee Henk-robots onderling met elkaar te laten communiceren. Het zijn allemaal leuke plannen voor de toekomst, maar laten we eerst maar eens zorgen dat we van prototype naar productie gaan!
Heb je ook een vraag aan Niels? Stel hem in de reacties onder dit artikel!
Wat een onderschatting van mensen met autisme. Het hele gebeuren geeft me een uncanny effect. Het is bekend dat mensen met autisme generalisatieproblemen hebben. Hoe in hemelsnaam denk je dat dat met een blauwe bal zonder mond beter gaat worden? Het geld kan beter worden besteed.
Hoi Leonie,
Bedankt voor je uitgesproken reactie! Ons doel is juist om er zowel kinderen als docenten erbij te betrekken om Henk zo goed mogelijk als een hulpmiddel in te kunnen zetten en generalisatie te voorkomen. Tijdens lessen sociale vaardigheden worden nu al hulpmiddelen als (hand)poppen of picto’s gebruikt, dus dat is vergelijkbaar. Henk is echt bedoeld om de lessen leuker en laagdrempeliger te maken voor kinderen die het wat lastiger vinden om met andere mensen te oefenen. Als jij hier concrete ideeën over hebt of beren op de weg ziet dan ben je van harte welkom om met ons mee te denken. Henk is nog in ontwikkeling dus elke feedback kunnen we meenemen in een volgende versie.